dinsdag 14 mei 2013

boekverslag 'bezonken rood' opdracht leesgroep


Leesgroep
Laura Kooijman, Tamara Schouten en Annelore Markus
Onderdeel A
Verwachtingen
Laura: ik wist nog niet zoveel van de jappenkampen dus ik wist ook niet goed wat ik moest verwachten. Wel had ik gehoord dat het geen leuk boek was om te lezen
Tamara: dat het boek wel interessant zou zijn omdat je altijd hoort over wat er in Europa was gebeurt tijdens de oorlog, maar niet zoveel over wat er in Nederlands-Indië gebeurde.
Annelore: Ik verwachtte van "bezonken rood" dat het een heftig boek zou zijn dat voornamelijk over de Jappenkampen gaat. Dit was wel het geval. Verder dacht ik dat het heden, waarin de hoofdpersoon met zijn trauma worstelt, verteld zou worden door middel van een beschrijving over zijn hedendaagse leven en hoe hij omging met zijn trauma, maar dat bleek niet zo te zijn. De hoofdpersoon vertelde wel over zijn hedendaagse beleving, maar je ervaarde hoe zijn leven beïnvloed werd door de gebeurtenissen uit het verleden, ze werden niet beschreven.
Titelverklaring
Bezonken rood staat voor het bloed van alle vrouwen dat wordt opgenomen door het zand waar het leed niet meer te zien is. Het laten bezinken van de ellende van de Jappenkampen. Rood kan verder symbool staan voor de rode stip op de Japanse vlag.
Personages
Hoofdpersonen:
·         Jeroen: een gekweld persoon met jeugdtrauma’s.
·         Liza: de vriendin van Jeroen, ze hebben ooit een tijdje iets gehad, maar het was niet zozeer een vaste relatie. Liza doet Jeroen veel denken aan zijn moeder.
·         Moeder van Jeroen: zij overlijdt in het heden, dat roept herinneringen op aan vroeger. Door haar haat hij alle vrouwen. Ze hebben heel vaak afscheid van elkaar genomen.
Bijpersonen:
·         Nettie: de jeugdliefde van Jeroen uit Tjideng. Nettie overlijdt daar.
·         Oma van Jeroen: zij overlijdt ook in Tjideng, de vliegen op haar dode lichaam herinneren Jeroen aan de dood. Ze is een geestig persoon, een jonge geest in een oud lichaam.
·         Zus van Jeroen: een erg zorgzaam meisje. Een beetje het tegenovergestelde van oma, een oude ziel in een jong lichaam.
Setting
De terugblikken vinden plaats in kamp Tjideng (in Indonesië) en het heden vindt plaats in Nederland, in het onbekende plaatsje ***.
Perspectief
Ik-vertelperspectief. De “ik” is Jeroen, de auteur. Hij vergelijkt zichzelf met Daantje uit het boek “Daantje gaat op reis”.
Open plekken
De hoofdpersoon merkt pas later in zijn leven dat hij door de ervaringen uit zijn jeugd geestelijk erg verminkt is.
Verder wordt verteld over het blind worden van zijn vader, maar de echte reden wordt nooit onthuld.
Genre
Autobiografische psychologische roman.
Tijd
De Tweede Wereldoorlog en het heden (1981). Er zijn veel flashbacks en terugwijzingen.
Thema’s
De thema’s die aan bod komen zijn oorlog, moeder-zoonrelatie, liefde, dood, trauma, spijt, boetedoening en geloof.
Motieven
De vliegen op het lichaam van zijn oma doen hem denken aan de dood. In kamp Tjideng was het de hobby van Jeroen om vliegen kapot te knijpen en dat doet hij nu, wanneer hij in een herinnering verzonken is, nog steeds. Het geeft een gevoel van het spel dat een roofdier met zijn prooi speelt.
Jeroen heeft veel eelt op zijn voeten door het lijden in Tjideng, maar het eelt staat ook symbool voor hoe zwaar en gevoelloos hij sindsdien is geworden.
Oordeelvorming
Laura: een schokkend en ontroerend boek.
Tamara: zielig en schokkend.
Annelore: Het verhaal roept bij mij minachting en walging op over de manier waarop er werd omgegaan met de kampgevangenen. Ik had niet gedacht dat die verschrikkelijkheden zo beeldig zouden worden verteld. Tijdens het lezen was ik vervuld met afschuw, dat de schrijver zo levendig deze vreselijke beelden voor de geest kan halen, is tegelijkertijd geweldig en angstaanjagend.
Onderdeel B
Ik vond het een bijzonder boek. De schrijver verteld zijn versie van de jappenkampen uit het perspectief van een kleuter. Dit perspectief is zo anders dat ik er eerst aan moest wennen. Door alle dingen die in die kampen gebeurden had het jongetje in mijn ogen een zieke geest. Hij kijkt heel anders tegen goede en slechte dingen aan en had totaal niet door dat de Jappen zijn vijanden waren die hem opgesloten hielden. Het kamp was voor hem geen verschrikkelijke straf.
De manier waarop Brouwers vertelt over de gebeurtenissen vind ik heel schokkend, ik wist niet dat het er zo in de kampen aan toe ging en dit zet mij wel aan het denken.
Wat ik ook mooi vind aan het boek is dat je ziet wat het later met hem doet. In het kamp zelf had Brouwers totaal geen moeite met wat er gebeurde, hij vond het op een bepaalde manier zelfs aangenaam. Maar na jaren kwam hij erachter dat het toch wat met hem deed. Dat er meer aan de hand was met hem dan hij dacht en dat dat allemaal de schuld was van de Jappen. Dat vind ik mooi en vreselijk tegelijk.